vrijdag 2 september 2016

10 misverstanden over migreren naar Windows 10

Door de jaren heen hebben sysadmins te maken gehad met veel versies van Windows. En evenzovele keren hebben ze een migratie gedaan, waardoor ze de ins en outs nu wel kennen. Maar met Windows 10 is er veel veranderd, dus is het tijd om wat mythes te ontkrachten.

Bij het migreren naar een nieuw desktopsysteem kon je altijd rekenen op allerlei problemen en uitdagingen. Gebruikers die steen en been klaagden, applicaties die niet meer bleken te werken, uren extra werk om het nieuwe systeem in te stellen. Zo'n uitrol was een regelrecht hoofdpijndossier. Die problemen hebben in de loop van de tijd mythische proporties aangenomen en ze zorgen er nu nog steeds voor dat bedrijven niet overgaan naar Windows 10. Hieronder halen we 10 mythische migratieproblemen onderuit die nu echt tot het verleden behoren.

Upgraden is complex en duur

Bedrijven zien vaak op tegen een upgrade van het besturingssysteem, omdat de ervaring leert dat het veel werk met zich meebrengt. Vroeger was dat ook zo, omdat het toen raadzaam was om met een schone lei te beginnen. Dat betekende dat je eerst een backup moest maken, dan de schijven formatteren, om daarna met een schone installatie helemaal opnieuw te beginnen. Dan was je wel even bezig voor de gebruiker weer aan de slag kon.
Maar met Windows 10 is een in-place upgrade de beste manier om over te gaan. Het grote voordeel daarvan is dat je niet alles opnieuw hoeft te installeren of een backup terug moet zetten. Zo is er veel complexiteit weggehaald en duurt het allemaal veel minder lang.

Gebruikers zitten niet te wachten op Windows 10

Als er iets verandert aan de desktop, dan hebben gebruikers daar moeite mee. En als gebruikers het moeilijk hebben, dan gaat het ineens telefoontjes regenen bij de helpdesk en komt niemand meer aan werken toe. Zo denken beheerders er vaak over. Maar Windows 10 lijkt voor gebruikers heel erg op Windows 7 en dus is de transitie makkelijker dan ooit.
Bovendien hebben gebruikers thuis vaak ook al Windows 10 draaien, aangezien de upgrade heel lang gratis was. Dan hebben ze er helemaal geen moeite mee. Dus migreer gewoon die gebruikers die wel open staan voor verandering, en die zijn dan vaak prima in staat om collega's alsnog enthousiast te maken.

Voor een upgrade moet je alle applicaties testen

Bij upgrades in het verleden moesten bedrijven heel veel tijd steken in het testen van applicaties. Werkt het allemaal nog wel onder de nieuwe desktop? Dat gevoel komt natuurlijk weer boven nu er gemigreerd kan worden naar Windows 10.
Maar waar Windows XP nog flink verschilde van opvolger Windows 7, hebben de veranderingen in Windows 8 en Windows 10 weinig raakvlakken met de applicaties. Bovendien heb je alle applicaties getest toen je naar Windows 7 ging. Dankzij de compatibiliteit van Windows 10 is de kans dan ook bijzonder groot dat alles wat toen is getest ook nu probleemloos zal blijven werken, waardoor er veel minder testinspanning is. Test het gewoon eens door een enkele machine in-place te upgraden.

Mijn apps zijn incompatibel met de nieuwe browser

Bij vorige upgrades was dit vaak een probleem. Vandaar dat veel bedrijven in het verleden bijvoorbeeld krampachtig vasthielden aan Internet Explorer 6. En met Windows 10 moeten ze over naar IE 11, wat in de ogen van beheerders een probleem kan veroorzaken.
Maar met IE11 heeft Microsoft zich zoveel mogelijk aan de webstandaarden gehouden. Bovendien is er goed gekeken naar wat er zoal in de markt wordt gebruikt en dat wordt ook ondersteund door IE11. De compatibiliteit is dan ook beter dan ooit.

Je moet weer een image maken

Bedrijven hebben gemiddeld drie tot zes maanden nodig om een image te maken voor een Windows-installatie. Dat lijkt geen erg efficiënte manier om desktops in te richten en dat doe je ook niet zomaar even.
Maar met Windows 10 Pro kun je een provisioning package gebruiken, waarmee je er op een eenvoudige en snelle manier voor zorgt dat je precies het image krijgt wat je voor ogen hebt. Daarnaast begint het maken van images iets van het verleden te worden. Het is vaak een betere optie om machines gewoon standaard te houden.
Op volgende pagina: Wachten op SP1

Wachten op SP1

Door de jaren heen hebben bedrijven de gewoonte gekregen om op Service Pack 1 te wachtenvoor ze een nieuwe Windows-versie uitrollen. Dan zijn de eerste kinderziekten tenminste uit het besturingssysteem.
Maar met Windows 10 heeft dit helemaal geen zin. Windows 10 werkt niet meer met Service Packs, maar met feature updates. Onlangs is daarvan de tweede verschenen, de Anniversary Update. Windows 10 is dan ook al lang voorbij het niveau van SP1.

Doorlopende updates zijn slecht voor de stabiliteit

Organisaties hebben het liefst zoveel mogelijk controle over updates en willen daarom liever dat Windows statisch is. Maar Windows 10 wordt doorlopend geüpgraded en dat zorgt voor onrust. Daarom zouden sommige bedrijven zelfs liever Windows LTSB gebruiken, terwijl die versie van Windows 10 echt bedoeld is voor speciale toepassingen en belangrijke features mist.
Om deze zorgen weg te nemen kunnen bedrijven met Windows 10 gebruik maken van Current Branch for Business, waarbij nieuwe features niet zomaar worden uitgerold. Ze krijgen die dan een tijdje later, waardoor er meer tijd is om te testen. Zo hou je een stabiele omgeving, zonder dat je nieuwe mogelijkheden blokkeert.

Migreren naar Windows 10 vereist een upgrade van de back-end

Bedrijven denken vaak dat ze allerlei systemen, zoals domain controllers, file servers en exchange servers naar een hoger niveau moeten tillen voordat ze de werkplekken naar Windows 10 kunnen migreren. Maar los van wat kleine updates die je misschien moet aanbrengen op management tools als SCCM hoef je helemaal niets te veranderen.
Als je back-end erg verouderd is moet je er natuurlijk op een gegeven moment toch iets aan gaan doen. Denk dan eens aan moderne mogelijkheden zoals management vanuit de cloud.

De Windows Store is een risico

Door veel bedrijven wordt het als een risico gezien dat gebruikers zomaar alles kunnen installeren via de Windows Store. En dat doen ze dan ook nog met hun privé-account op hun zakelijke machine, waardoor IT er helemaal geen controle meer over heeft.
Maar als bedrijf kun je er ook voor kiezen om de Windows Store for Business in te zetten. Dan kun je als organisatie zelf bepalen welke applicaties gebruikers kunnen installeren. Zelfs kun je het consumentendeel van de Store helemaal uitschakelen. Zo verkrijg je optimale controle terwijl je gebruikers toch goed van dienst kan zijn.

Windows moet op slot

In vorige Windows-versies moest je de gebruiker heel erg tegen zichzelf in bescherming nemendoor een groot aantal policies in te stellen. Daardoor konden gebruikers bijvoorbeeld geen apps downloaden en installeren. In Windows 10 is die verleiding ook groot. Zo kun je bijvoorbeeld de Store uitzetten, zodat er helemaal niks kan misgaan. Alleen heeft de gebruiker dan een rotervaring met zijn werk-pc, want hij kan niks en hij mag niks. Bovendien gaan gebruikers manieren zoeken om je te slim af te zijn, waardoor je veel schaduw-IT veroorzaakt.
Een lock-down werkt dus averechts en is ook niet meer van deze tijd. Consumenten zijn gewend dat ze dingen die ze nodig hebben gewoon zelf kunnen opzoeken en installeren. Maar ook vanuit technisch oogpunt is het niet meer nodig om een volledige lock down te doen. Want in Windows 10 kun je bepaalde beveiligingsinstellingen zo configureren dat zelfs iemand met adminrechten ze niet kan omzeilen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten